KLASSERINGSSCHEMA
Klasse I, ST & EGE
Om de kwaliteit van een partij bloembollen te waarderen, wordt gewerkt met een klassering van de bloembollen. Hiermee worden de goede partijen herkenbaar gemaakt, het gebruik en de handel van matige partijen beperkt en zieke en kwalitatief slechte partijen vastgelegd of afgekeurd.
Er bestaan 3 kwaliteitsklassen: klasse I, klasse ST (Standaard) en klasse EGE (Eindgebruik Europa). Om de klasse van de partij bloembollen te bepalen, moeten telers diverse keuringen en toetsen door de BKD op hun partij laten verrichten. Welke dit zijn, ligt vast in het klasseringsschema.
Een teler bepaalt vooraf welke klasse gewenst is te behalen. Hierbij kiest de teler tussen klasse ST/EGE (basiskeuring) of klasse I (plus keuring). Hierop volgt de teler het klasseringsschema bij BKD, dat aansluit op de maximaal te behalen klasse. Dit kan middels een uitgebreid of een vereenvoudigd schema. Het grootste verschil tussen beide schema’s is de opplantkeuring, die voor sommige gewassen verplicht is om klasse I te kunnen behalen.
De normen per gewas per klasse, vindt u in de uitvoeringsrichtlijn van het betreffende gewas.
Uitgebreid klasseringsschema
Dit schema geldt wanneer de gewassen Soort-Crocus, Gladiolus, Iris hollandica en Tulipa, geteeld worden met de wens klasse I te behalen.
- Opplantkeuring: Bij de opplantkeuring (ook wel monsterkeuring genoemd) verzamelen onze gekwalificeerde keurmeesters opplantmonsters bij de telers, die in onze monsterkassen of monstertuin tot bloei komen. Hier worden deze beoordeeld op soortechtheid, virussen, mutanten, fytosanitaire aantastingen en andere afwijkingen. De keuring resulteert in een voorlopige klasse, die medebepalend is voor de verdere klassering. Opwaardering van de voorlopige klasse tijdens de keuring te velde is niet mogelijk. De normen van de opplantkeuring zijn echter vrij ruim gesteld. De teler krijgt een schriftelijke uitslag van deze keuring.
- Veldkeuring: Tijdens een veldkeuring lopen onze keurmeesters door de bollenvelden van de telers. Zij keuren de gewassen visueel op mogelijke afwijkingen, zoals virussen, soortechtheid, quarantaine organismen of dierlijke aantastingen. Voor de veldkeuring is na de opplantkeuring een goede zuivering noodzakelijk, omdat de veldkeuringsnormen per klasse krapper zijn. Ook kan met zuivering volgend jaar eventueel een beter resultaat worden bereikt. Korte tijd na de veldkeuring ontvangt de teler van BKD de definitieve klasse en daarbij horende officiële certificaten.
- Toetsen: voor de gewassen Tulipa en Lilium zijn aanvullende toetsen in het laboratorium vereist, alvorens de definitieve klasse bepaald wordt. Welke dit zijn, staat in de uitvoeringsrichtlijnen van het betreffende gewas.
De bloembollen kunnen na dit schema van keuringen klasse I, klasse ST of klasse EGE toegekend krijgen.
Eenvoudig klasseringsschema
Dit schema geldt voor alle overige gewassen. Ook kan een teler dit schema volgen wanneer de gewassen Soort-Crocus, Gladiolus, Iris hollandica en Tulipa geteeld worden met de wens klasse ST of klasse EGE te behalen. De keuring voor Hyacinthus kan, indien gewenst, daarnaast worden aangevuld met “Selectie” (SEL) voor uitgangsmateriaal (werkbollen).
- Veldkeuring: Tijdens een veldkeuring lopen onze keurmeesters door de bollenvelden van de telers. Zij keuren de gewassen visueel op mogelijke afwijkingen, zoals virussen, soortechtheid, quarantaine organismen of dierlijke aantastingen. Korte tijd na de veldkeuring ontvangt de teler van BKD de definitieve klasse en daarbij horende officiële certificaten.
- Toetsen: voor de gewassen Tulipa en Lilium zijn aanvullende toetsen in het laboratorium vereist, alvorens de definitieve klasse bepaald wordt. Welke dit zijn, staat in de uitvoeringsrichtlijnen van het betreffende gewas.
De bloembollen kunnen na dit schema van keuringen klasse I, klasse ST of klasse EGE toegekend krijgen, met uitzondering van Soort-Crocus, Gladiolus, Iris hollandica en Tulipa, die alleen klasse ST of klasse EGE toegekend kunnen krijgen.
